– [Instructeur] Sommige cellen kunnen tegelijkertijd geïnfecteerd zijn met twee verschillende virusstammen, waardoor een verwisseling van beide genetische sequenties ontstaat, in een proces dat virale recombinatie wordt genoemd. Meer specifiek, nadat de virussen het cytoplasma van de cel zijn binnengedrongen, worden ze gedemonteerd en beginnen ze hun genomen te repliceren. Gelijkaardige regio’s van elk genoom kunnen samen binden en stukken uitwisselen, waardoor de strengen weer met elkaar verbonden worden. Als alternatief kunnen de virussen een deel van hun segmenten ruilen in een proces dat “reassassortiment” wordt genoemd, waarbij nieuwe virussen die in de cel zijn gemaakt, een mengsel van de stammen kunnen hebben. Zoals de helft van hun segmenten van stam één en de andere helft van stam twee. Deze nieuw gevormde virussen zijn nu geëvolueerd uit de twee oorspronkelijke virussen en vormen populaties die in de loop van de tijd kunnen blijven veranderen.