– [Instructeur] Stoffen absorberen warmte verschillend, en bezitten specifieke warmtecapaciteiten. Wat een maat is voor de warmte-energie die nodig is om voor een bepaalde massa de temperatuur met één graad te veranderen. Water heeft een hogere specifieke warmtecapaciteit dan de nabijgelegen rotsen door een lagere molaire massa dan het silicone, waaruit zandsteen is opgemaakt. Omdat water meer moleculen per gram heeft, kan het meer energie absorberen, waardoor het langer duurt voordat de temperatuur veranderd. Zand zal sneller opwarmen omdat er minder siliconenmoleculen zijn. Water is dus goed in het reguleren van extreme omgevingstemperaturen. Kustgebieden hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig om overdag op te warmen en ‘s nachts om af te koelen, terwijl door land ingesloten plaatsen zonder nabije waterinvloeden snel opwarmen en afkoelen, wat leidt tot extremere temperaturen.