– [Instructeur] Wanneer aminozuren uit het ribosoom komen tijdens translatie, vormen zij de eerste primaire proteïnestructuur. Een keten die van lengte kan variëren, Deze peptideketen wordt samengehouden door covalente bindingen tussen de amine en de carboxyle uiteinden van de twee aminozuren. Naarmate de peptide langer wordt, worden hydrogene bindingen gevormd. Sommige aminozuren binden tot naburige, waardoor de keten korter wordt en gaat krommen, zo wordt een helicoïdale structuur gecreëerd, alfa-helix genoemd. Anderen binden zich lateraal en worden beta-sheets genoemd, samen zijn deze configuraties gekend als de secundaire structuur van de proteïne. Bijkomende chemische interacties, zoals hydrofobische krachten, ionaire binding en disulfidebruggen die gebeuren tussen aminozure zijketens, verhogen het vouwen in tertiaire structuren, een bolvormige 3D-vorm, die de uiteindelijke, functionele vorm voor veel proteïnes is. Als twee of meer polypeptide ketens samenkomen uit tertiaire structuren, wordt een groter complex, een quaternaire structuur gecreëerd voor optimale interacties.