– [Instructeur] De molecule, adenosinetrifosfaat, ATP, slaat energie op voor gebruik in cellen. Het bestaat uit een adenine basis, een ribose suiker en drie fosfaatgroepen, waarbij de laatste aan elkaar verbonden zijn door middel van hoog energetische fosfoanhydridebindingen. Deze bindingen kunnen worden verbroken door toevoeging van water, waarbij een of twee fosfaatgroepen vrijkomen in een exergonisch proces dat hydrolyse wordt genoemd. Deze reactie maakt de energie in de bindingen vrij voor gebruik in de cel. Bijvoorbeeld, twee gesynthetiseerde eiwitten uit aminozuren. Als één fosfaatgroep wordt verwijderd, blijft er een molecuul ADP, adenosinedifosfaat, over, samen met een anorganisch fosfaat. ADP kan verder gehydrolyseerd worden tot AMP, adenosinemonofosfaat, door het verwijderen van een tweede fosfaatgroep.