Plantenveredeling is een wetenschap die gewassen maakt met wenselijke eigenschappen zoals grote oogst, betere smaak en betere nutritie. Deze eigenschappen evolueren vaak natuurlijk uit spontane mutaties. Maar dit proces is langzaam en kwekers willen vaak bepaalde combinaties van eigenschappen die niet voorkomen in de natuur. Boeren kunnen een wenselijke eigenschap vinden in het wild en die plant kruisen met een gedomesticeerde variëteit. In die kruising is echter een even grote kans dat het nageslacht onwenselijke eigenschappen erft van de wilde soort. Het gebruik van biotechnologie is nuttig voor genoverdracht in weinig gerelateerde gewassen zoals rijst en narcissen die veel tussensoorten kennen en uitgestorven gemene voorouders. Voorheen moesten kwekers meerdere kruisingen doen over honderden jaren om de wenselijke eigenschappen in het nageslacht te krijgen. Moderne biotechnologen daarentegen kunnen meerdere kruisingen overslaan om het gewenste gen tussen deze planten over te brengen. Biotechnologie bevordert de genoverdracht tussen twee verschillende soorten, hetgeen leidt tot een uniek fenotype. Zo onderdrukt het niet- selectieve herbicide glyfosaat een kritiek enzym in planten genaamd EPSPS. Wetenschappers hebben maïs gemaakt tolerant voor herbiciden door een gen van de bodembacterie Agrobacterium direct over te brengen naar maïsplanten. Gewassen met het gen voor dit enzym zijn immuun tegen het inhibitoire effect van het herbicide. Door deze genetische modificatie kunnen boeren hun velden met herbicide besproeien, waardoor concurrerend onkruid, dat de oogst verlaagt, doodgaat, zonder het gewas te verstoren.