Het huidige protocol beschrijft de toepassing van repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS), waarbij een subregio van de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC) met de sterkste functionele anticorrelatie met de subgenuale anterieure cingulate cortex (sgACC) zich bevond als het stimulatiedoel onder de hulp van een op fMRI gebaseerd neuronavigatiesysteem.
Om een grotere klinische werkzaamheid te bereiken, wordt een revolutie in de behandeling van depressieve stoornis (MDD) langverwacht. Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) is een niet-invasieve en veilige neuromodulatietechniek die de hersenactiviteit onmiddellijk verandert. Ondanks de brede toepassing ervan in de behandeling voor MDD, blijft de behandelingsrespons verschillend tussen individuen, wat kan worden toegeschreven aan de onnauwkeurige positionering van het stimulatiedoel. Onze studie is bedoeld om te onderzoeken of de functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI) -geassisteerde positionering de werkzaamheid van rTMS bij de behandeling van depressie verbetert. We zijn van plan om de subregio dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC) in MDD te identificeren en te stimuleren met de sterkste anticorrelatie met de subgenuale anterior cingulate cortex (sgACC), en een vergelijkend onderzoek uit te voeren naar deze nieuwe methode en de traditionele 5-cm regel. Om nauwkeurigere stimulatie te bereiken, werden beide methoden toegepast onder begeleiding van het neuronavigatiesysteem. We verwachtten dat de TMS-behandeling met geïndividualiseerde positionering op basis van functionele connectiviteit in rusttoestand een betere klinische werkzaamheid zou kunnen vertonen dan de 5-cm-methode.
Depressieve stoornis (MDD) wordt gekenmerkt door significante en aanhoudende depressie, en in meer ernstige gevallen kunnen patiënten hallucinaties en / of wanen tegenkomen 1,2. Vergeleken met de algemene bevolking is het risico op zelfmoord bij MDD-patiënten ongeveer 20 keer hoger3. Hoewel medicatie momenteel de meest gebruikte behandeling voor MDD is, ontbreekt 30% – 50% van de patiënten aan adequate respons op antidepressiva4. Voor de responders verschijnt de symptoomverbetering meestal na een relatief lange latente periode en gaat gepaard met bijwerkingen. Psychotherapie, hoewel effectief voor sommige patiënten, is kostbaar en tijdrovend. Een veiligere en effectievere behandeling van MDD is daarom dringend nodig.
Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) is een niet-invasieve en veilige techniek en is goedgekeurd voor de behandeling van verschillende psychische stoornissen 5,6,7. Hoewel het therapeutische mechanisme onduidelijk blijft, werd gespeculeerd dat rTMS zou werken door de activiteit van de gestimuleerde hersengebieden en de neurale plasticiteit 8,9,10 te reguleren, waardoor specifieke functionele netwerken worden genormaliseerd 10,11,12. rTMS veroorzaakt ook een netwerkeffect, dat veranderingen in afgelegen hersengebieden oproept via verbindingswegen, wat leidt tot een versterkt therapeutisch effect13. Hoewel rTMS de hersenactiviteit onmiddellijk en robuust verandert, is het responspercentage bij de behandeling van MDD slechts ongeveer 18%14. De belangrijkste reden kan de onnauwkeurige locatie van stimulatiedoelen15 zijn.
De subgenuale anterior cingulate cortex (sgACC) is voornamelijk verantwoordelijk voor emotionele verwerking en speelt een rol bij het reguleren van de reactie op stressvolle gebeurtenissen, emotionele reactie op interne en externe stimuli en emotionele expressie 16,17,18. Deze subregio van ACC deelt substantiële structurele en functionele connectiviteit met de hersenschors en het limbisch systeem 19,20. Interessant is dat studies hebben aangetoond dat de poststimulatieactiviteit van dit gebied nauw verband houdt met de klinische werkzaamheid van TMS. De bloedstroom van sgACC nam bijvoorbeeld af na een tmskuur gericht op de rechter dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC), die geassocieerd was met de verlichting van depressieve symptomen21. Vink et al.8 vonden dat stimulatie gericht op DLPFC werd gepropageerd naar sgACC, en suggereerden dat sgACC-activiteit een biomarker kan zijn van de behandelingsrespons van TMS. Volgens eerdere onderzoeken stelden Fox en collega’s22 voor dat targeting op een subregio van DLPFC die de sterkste functionele anti-connectiviteit vertoont met sgACC (MNI-coördinaat: 6, 16, -10) het antidepressieve effect versterkt. Hier demonstreren we een studieprotocol dat gericht is op het onderzoeken van deze hypothese.
De sgACC is verantwoordelijk voor emotionele verwerking en speelt een belangrijke rol in stressregulatie 16,17,18. Een studie suggereert dat het richten op een subregio van DLPFC die de sterkste functionele anti-connectiviteit met sgACC vertoont (6, 16, -10) het antidepressieve effect kan versterken25. Daarom is het precies lokaliseren van dit doel de kritieke stap van dit protocol. Vóór de stimulatie m…
The authors have nothing to disclose.
De studie werd gefinancierd door het door de China Postdoctoral Science Foundation gefinancierde project (2019M652854) en de Natural Science Foundation van Guangdong, China (Grant No. 2020A1515010077).
3T Philips Achieva MRI scanner | Philips | ||
Harvard/Oxford cortical template | http://www.cma.mgh.harva rd.edu/ | ||
MATLAB | MathWorks | ||
SPM12 | http://www.fil.ion.ucl.ac.uk/spm | ||
The Visor2 system | ANT Neuro | The Visor2 software, the optical tracking system, tracking tools and calibration board are part of the visor2 system. | |
TMS device | Magstim, Carmarthenshire, UK |