– [Instructeur] Omdat menselijke mannen en vrouwen verschillende aantallen X-chromosomen erven, vertonen de door het X-chromosoom gecodeerde eigenschappen verschillende expressiepatronen tussen de geslachten. De eigenschappen die gecodeerd zijn door genen op het X-chromosoom worden X-gekoppelde eigenschappen genoemd. Aangezien vrouwen twee exemplaren van het X-chromosoom hebben, en mannen slechts één, zal een recessieve mutatie op een X-gekoppeld gen vaak meer invloed hebben op mannen dan op vrouwen, die mogelijk een normale kopie van het gen hebben op het andere X-chromosoom. Een voorbeeld van een X-gekoppelde eigenschap die vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen is kleurenblindheid, waarbij de meest voorkomende vorm te wijten is aan mutaties in de genen die de rode en groene kleuren- fotoreceptoren op het X-chromosoom coderen. Met twee X-chromosomen en twee kopieën van elk gen kunnen vrouwen deze mutaties compenseren als ze normale kopieën van dezelfde genen op het andere X-chromosoom dragen. Zonder een reservekopie zal een mutatie mannen echter zonder bruikbare kopie en met een beperkte kleurgevoeligheid achterlaten, waardoor het voor individuen moeilijk wordt om onderscheid te maken tussen rood, geel en groen.