20.6:

Classificatie van de skeletspiervezels

JoVE Core
生物学
このコンテンツを視聴するには、JoVE 購読が必要です。  サインイン又は無料トライアルを申し込む。
JoVE Core 生物学
Classification of Skeletal Muscle Fibers

53,346 Views

01:48 min

March 11, 2019

Skeletspieren produceren continu ATP om de energie te leveren die nodig is voor spiercontracties. Skeletspiervezels kunnen worden gecategoriseerd als type I, type IIA of type IIB op basis van verschillen in hun contractiesnelheid en hoe ze ATP produceren, maar ook op basis van fysieke verschillen die verband houden met deze factoren. De meeste menselijke spieren bevatten alle drie de soorten spiervezels, maar in verschillende verhoudingen.

Slow-Twitch spiervezels

Type I, ofwel de langzaam oxidatieve, spiervezels zien er rood uit vanwege een groot aantal capillairen en de hoge concentratie van myoglobine, een eiwit dat zuurstof opslaat. Type I spiervezels bevatten meer mitochondriën, die ATP produceren door oxidatieve fosforylering, dan type II vezels.

Langzame oxidatieve spiervezels gebruiken aërobe ademhaling, waarbij zuurstof en glucose betrokken zijn, om ATP te produceren. Hoewel ze langzamer samentrekken dan type II-vezels en de type I-vezels zenuwsignalen ook langzamer ontvangen, trekken ze langer samen en zijn ze beter bestand tegen vermoeidheid. Type I-vezels slaan energie voornamelijk op in de vorm van vetachtige stoffen die triglyceriden worden genoemd.

Fast-Twitch spiervezels

Type II, ofwel de snelle spiervezels, zien er vaak wit uit. In vergelijking met type I-vezels ontvangen type II-vezels zenuwsignalen sneller en trekken ze sneller samen, maar ze trekken ook voor kortere periodes samen en worden sneller vermoeid. Type II spiervezels slaan voornamelijk energie op als ATP en creatinefosfaat.

Type IIA, of snel oxidatieve spiervezels, gebruiken voornamelijk aërobe ademhaling om ATP te produceren. Ze gebruiken echter ook anaërobe ademhaling. Type IIB, of snelle glycolytische spiervezels gebruiken voornamelijk anaërobe ademhaling, die minder ATP per cyclus produceert dan aërobe ademhaling. Type IIB-vezels worden dus sneller moe dan de andere vezeltypen.

Wetenschappers hebben recentelijk extra spiervezels geïdentificeerd met kenmerken die tussen de andere typen in liggen, waaronder IC, IIC, IIAC en IIAB.