28.12:

Ecologische verstoring

JoVE Core
Biologie
Un abonnement à JoVE est nécessaire pour voir ce contenu.  Connectez-vous ou commencez votre essai gratuit.
JoVE Core Biologie
Ecological Disturbance

15,259 Views

02:26 min

February 27, 2020

Een ecologische verstoring is een tijdelijke verstoring van het milieu als gevolg van abiotische, biotische of antropogene factoren, waardoor een uitgesproken verandering in een ecosysteem ontstaat. De impact van een ecologische verstoring, die kan afhangen van de intensiteit, frequentie en ruimtelijke verspreiding, speelt een belangrijke rol bij het vormgeven van de soortendiversiteit binnen het ecosysteem.

Ecologische verstoringen kunnen door zowel kleine als grote gebeurtenis worden veroorzaakt. Gebeurtenissen kunnen zo klein zijn als het vertrappelen van kreupelhout, terwijl grote gebeurtenissen zo groot kunnen zijn als een bosbrand of overstroming. Natuurlijke gebeurtenissen zoals vulkanen en orkanen, biologische storingen zoals begrazing en uitbraken van plagen, en menselijke activiteiten zoals ontbossing kunnen bijdragen aan het genereren van ecologische verstoringen.

Belangrijke biologische processen zoals sterfte, voortplanting, beweging en sociaal gedrag binnen de populaties in een ecosysteem kunnen beïnvloed worden door verstoringen. Ernstige verstoringen, die resulteren in een hoge mortaliteit, kunnen de populatiegrootte verkleinen, waardoor genetische diversiteit verloren gaat, als de hersteltijd van de bevolking en de immigratiecijfers na het incident volgen. Verstoringen hebben ook invloed op genetische differentiatie binnen een populatie door genetische drift en migratie te beïnvloeden.

Ecologische verstoringen veroorzaken variaties in de sterkte en richting van natuurlijke selectie, wat leidt tot onvoorspelbare evolutiepatronen. Het selectieproces na een verstoring kan dus de fylogenetische samenstelling van gemeenschappen veranderen.

De intermediaire verstoringshypothese stelt dat een ecologische verstoring resulteert in maximale soortendiversiteit wanneer de verstoring niet te zeldzaam en niet te frequent is. De grootste diversiteit treedt op bij matige verstoringen, die gekenmerkt zijn door gemiddelde intensiteit- en frequentieniveaus.