Veel dieren vertonen ouderlijk zorggedrag, waaronder het voeren, verzorgen en beschermen van jonge nakomelingen. Ouderlijke zorg is universeel bij zoogdieren en vogels, die vaak jongen hebben die relatief hulpeloos geboren worden. Verschillende soorten insecten en vissen, evenals enkele amfibieën, zorgen ook voor hun jongen.
Ouderlijke zorg kan bij vogels al vóór het uitkomen plaatsvinden, wanneer ouders op hun eieren zitten om ze uit te broeden. Na het uitkomen zorgen de ouders voor voedsel voor hun kroost en kunnen ze hun jongen blijven warm houden. Zowel mannelijke als vrouwelijke vogels bieden ouderlijke zorg, afhankelijk van de soort.
Bij buideldierzoogdieren, zoals kangoeroes, worden de embryo's vaak in een zeer vroeg stadium geboren en kruipen ze vervolgens in de buidel van hun moeder. Hier verzorgt en beschermt de moeder haar kroost – soms maandenlang – totdat het onafhankelijker kan functioneren.
Placentale zoogdieren worden meer ontwikkeld geboren dan buideldieren, maar ze hebben nog steeds veel zorg nodig. Ouderlijke zorg voor zoogdieren wordt meestal verleend door de moeder, omdat het veroorzaakt wordt door de hormonen tijdens de zwangerschap en geboorte en de noodzaak om borstvoeding te geven waarin voedingsstoffen zitten. Borstvoeding is een essentiële vorm van ouderlijke zorg bij zoogdieren, aangezien de moedermelk de belangrijkste voedselbron voor de jongeren is. Zoogdieren likken ook vaak hun pasgeborenen en dragen ze rond – ze verzorgen, beschermen en hechten zich aan hen.
Ongeveer 5-10% van de zoogdiersoorten wordt routinematig door beide ouders verzorgd. Mannelijke monogame veldmuizen bieden bijvoorbeeld ouderlijke zorg. Omdat ze maar één partner hebben, investeren ze meer in de zorg voor hun nageslacht dan woelmuis-soorten die meerdere partners hebben. Bij niet-monogame woelmuis-soorten zorgt de moeder voor de zorg.
Bij aquatische soorten, zoals de meeste vissen, die zich voortplanten door externe bevruchting, spelen mannetjes een veel grotere rol bij de ouderlijke zorg. Dit komt waarschijnlijk omdat het vaderschap gemakkelijker kan worden bepaald in deze soorten vergeleken met degenen die zich voortplanten door interne bevruchting. Een groot aantal vissoorten heeft uitsluitend mannelijke ouderlijke zorg, waarbij de mannetjes de bevruchte eieren en jongen in een nest of zelfs in hun bek beschermen.